Woonbeleid

Een lokaal woonbeleid op maat maakt kwaliteitsvol en betaalbaar wonen mogelijk, ook in eigen streek. De N-VA wil meer verscheidenheid in het woningbestand als antwoord op de specifieke woonbehoeften van starters, éénpersoonsgezinnen en senioren. Voldoende groen, goede verkeersinfrastuctuur en kwaliteitsvolle welzijns- en vrijetijdsvoorzieningen zorgen voor een veilige leefomgeving waar het aangenaam is om te winkelen, te wonen en te werken.

Eigendomsverwerving is voor de N-VA de belangrijkste drempel tegen armoede en verhoogt de betrokkenheid met de buurt.

De N-VA zet nog meer in op koopwoningen en via sociale verhuurkantoren verlichten we de druk op sociale huisvestingsmaatschappijen. Betrokken bewoners hebben respect voor buur en buurt. Asociaal gedrag en overlast worden snel en kordaat aangepakt. Duurzaamheid en energie-efficiëntie zijn de sleutelbegrippen op vlak van woonkwaliteit. Het ouderlijk huis verlaten om alleen te gaan wonen, verhuizen door gezinswijziging of een nieuwe job, het zijn meestal goed doordachte keuzes die we maken omdat ze nu eenmaal voor langere periodes zijn en een grote invloed hebben op ons leven. Wonen is in de eerste plaats een levensbehoefte.

Vooral de vraag naar starterswoningen, woningen voor éénpersoonshuishoudens en specifieke ouderenwoningen groeit. Op dit moment is er nog onvoldoende woningdifferentiatie in het woningbestand om tegemoet te komen aan deze wensen van diverse groepen van de bevolking. Samen met de vraag naar woningen blijven de gronden woningprijzen stijgen. De aankoop van een woning of de maandelijkse huur is voor veel gezinnen de belangrijkste hap uit het budget. Huren of kopen wordt voor steeds meer Vlamingen onbetaalbaar. In sommige gemeenten leidt dit tot sociale verdringing of aantasting van het maatschappelijk weefsel.

Over een kwaliteitsvolle woning beschikken is een grondrecht. Een niet onbelangrijk deel van het woonpatrimonium kampt vandaag echter met ernstige problemen zoals vocht en schimmels, gevaar voor elektrocutie, gebrekkige isolatie of risico op CO-vergiftiging. Soms worden woningen zelfs ongeschikt of onbewoonbaar verklaard.

Leegstand en verkrotting kunnen de leefbaarheid en veiligheid van een buurt grondig aantasten. De afwezigheid van groen, voldoende openbaar vervoer, de netheid van de wijk of buurt en de nabijheid van kwalitatieve zorgvoorzieningen en kinderopvang blijven belangrijke aandachtspunten.

Het Grond- en Pandendecreet betreft voornamelijk een inhaalbeweging inzake sociale woningbouw (43 000 sociale huurwoningen, 21 000 sociale koopwoningen en 1 000 sociale kavels tegen 2020). Elke gemeente - klein of groot - moet conform dit decreet een bepaald sociaal objectief halen inzake sociale woningen. Dergelijke inhaalbeweging impliceert een grotere druk op de nu reeds te schaarse bouwgrondmarkt. Gevolg is dat de prijzen nog meer stijgen voor modale burgers, wat dan weer als gevolg heeft dat inkomensgrenzen dienen opgetrokken te worden en bijgevolg het sociaal woonbeleid een aanzuigeffect heeft op de middenklasse die er eigenlijk niet in thuishoort. Er is een gebrek aan politieke keuze tussen een pallet aan instrumenten. Gemeenten hebben nog te weinig oog voor herbestemming van gronden (in bezit), nochtans kan dit het aanbod bouwgrond vergroten. Huursubsidies zouden moeten worden uitgekeerd aan mensen die op de private huurmarkt of koopmarkt actief zijn om hen uit sociale woningen te houden. Daartoe willen we versterkt inzetten op de ontwikkeling en ondersteuning van sociale verhuurkantoren en ook particuliere kopers een hart onder de riem steken.

VISIE

Betaalbaar wonen, ook in eigen streek

  • De N-VA wil het woonbeleid voeren dat de gemeente nodig heeft. Dat betekent duidelijke keuzes op basis van de reële woonbehoefte en de financiële draagkracht van de bewoners. Die gemaakte beleidskeuzes zetten we ook om in haalbare doelstellingen. Plannen voeren we uit en vertalen we in concrete maatregelen. 
  • De totale vraag naar woningen stijgt sneller dan het aanbod, met als gevolg dat de prijzen (inclusief grondaankopen) steeds duurder worden. Betaalbaar wonen moet ook voor niet-doelgroepen mogelijk blijven, om te voorkomen dat het sociale huisvestingsstelsel uit zijn voegen barst.
  • De groeiende vergrijzing, individualisering en gezinsverdunning hebben een grote impact op de draagkracht van gezinnen en de manier van wonen. Meer verscheidenheid in het woningbestand als antwoord op de specifieke woonbehoeften van starters, éénpersoonsgezinnen en senioren. We zoeken en promoten innovatieve woontypologieën (starters-, kangoeroe-, lancelotwoningen,…) en manieren om levenslang wonen betaalbaar, kwaliteitsvol en voor ouderen fysiek passend mogelijk te maken.
  • De N-VA zet blijvend in op het verwerven van eigen woningen als verzekering voor de toekomst. Een eigen woning bezitten vergroot ook het verantwoordelijkheidsgevoel voor de eigen directe woonomgeving. Het bestaan van sociale leningen wordt lokaal gepromoot.
  • Een lokaal woonbeleid dat oog heeft voor de lokale woonbehoeften en -omstandigheden maakt betaalbaar wonen mogelijk, ook in eigen streek.

Dienstverlening

  • De N-VA wil garant staan voor een goede dienstverlening naar de burgers toe. Het éénloketprincipe wordt aangemoedigd. Dit kan ondermeer in de vorm van een gemeentelijke woonwinkel.
  • Het gemeentebestuur levert stedenbouwkundige vergunningen tijdig en zo snel mogelijk af.
  • De gemeente zorgt ervoor dat infrastructuurwerken waar zij voor instaat (d.i. voornamelijk bij sociale woningprojecten) tijdig en kwaliteitsvol verlopen. Goede samenwerking met alle betrokkenen is uiteraard noodzakelijk.
  • Het gemeentebestuur informeert toekomstige kopers grondig over de verschillende aspecten van hun pand of bouwgrond. Zo worden deze kandidaat-inwoners goed ingelicht over mogelijke overstromingsrisico’s van de grond die ze wensen te kopen en over de erfgoedwaarde van hun pand. Dit gebeurt bij voorkeur voor de aankoop.
     

Woningkwaliteit en leegstand

  • Woningkwaliteit moet gewaarborgd en waar kan verbeterd worden. Zowel bij renovaties als nieuwbouwwoningen staan kwaliteitsvolle woningen met oog voor duurzaamheid en energie-efficiënte voorop.
  • De verschillende premiestelsels van zowel de lokale overheden, het Vlaams Gewest e.a. worden op elkaar afgestemd. Oversubsidiëring wordt vermeden en overbodige of dubbele subsidies afgeschaft.
  • Leegstand van gebouwen wordt aangepakt. Tijdelijke bewoning moet hier gestimuleerd worden om o.a. kraken en onveiligheid te voorkomen. SHM’s kunnen leegstaande panden opkopen en renoveren met als doel een herbestemming voor sociale woningen te realiseren.
  • Steeds meer senioren kiezen er –al dan niet uit noodzaak- voor om langer thuis te blijven wonen. Het gemeentelijk woonbeleid staat open voor andere woonvormen die levenslang wonen mogelijk en gemakkelijker maken. Vormen van zorgwonen (kangoeroewonen) dienen door de gemeente aangemoedigd te worden. Ook toegankelijkheid krijgt de nodige aandacht.
     

Woonomgeving

  • Een evenwichtige sociale mix van jonge en oudere gezinnen met of zonder kinderen zorgt voor een gezond sociaal weefsel dat bijdraagt tot een positieve dynamiek van de buurt, wijk, dorp of stad. Het lokaal woonbeleid zorgt voor de nodige randvoorwaarden en stimulansen om tot die sociale mix te komen.
  • Mensen willen in een veilige omgeving leven, wonen, werken en hun vrije tijd doorbrengen. Dit is een gedeelde verantwoordelijkheid van de overheid en de burger. De N-VA wil ook aandacht hebben voor goede basisvoorzieningen (groen, scholen, winkels) en een goede verkeersinfrastructuur. Voorzieningen inzake cultuur, sport, recreatie, uitgaan en welzijn en gezondheidszorg bepalen samen met de woningvoorraad het leefklimaat van een gemeente.
  • Waar mensen samenwonen ontstaan onvermijdelijk wrijvingen en conflicten. Niemand heeft het recht om het leven van zijn of haar buur zuur te maken of de omgeving te verwaarlozen. Samenleven veronderstelt een betrokken burgerschap en daar horen rechten, plichten en verantwoordelijkheden bij. Overlast, vandalisme en a-sociaal gedrag ondermijnen de leefbaarheid en dus de sociale cohesie en worden kordaat aangepakt.
     

Programmapunten

  • De Vlaamse Wooncode kent het gemeentebestuur een regierol toe in het lokaal woonbeleid. Het lokaal bestuur stimuleert en coördineert de sociale huisvesting, bewaakt de woonkwaliteit en zorgt voor een kwaliteitsvolle dienstverlening aan de burger.
  • Een gedetailleerde woonbehoeftestudie die rekening houdt met de financiële mogelijkheden en woonbehoeften van de verschillende doelgroepen vormt de basis voor het lokale woonbeleid. Dat beleid maakt duidelijke keuzes en bepaalt welke type woning waar in de gemeente kan bijkomen, welke woonnoden prioritair zijn en welke wijken of buurten het meest aan vernieuwing toe zijn. Die gemaakte keuzes zetten we meteen om in concrete en realistische doelstellingen die we vertalen naar concrete maatregelen en acties. De N-VA legt de focus op de uitvoering van de plannen, eerder dan op het plannen op zich.
  • Via een groot woononderzoek gaan we -samen met alle betrokken woonactoren- na hoe de inwoners het wonen in Anzegem ervaren. De grote knelpunten worden vervolgens snel aangepakt. Het aandeel inwoners dat tevreden is met de eigen woonsituatie en geen overlast ervaart moet hierdoor stijgen. Met samenwerkingsafspraken leggen we vast welke bijdrage de verschillende woonactoren gaan leveren om de doelstellingen te realiseren.
  • Lokaal woonoverleg zorgt voor een optimale afstemming van het woonbeleid, een betere organisatie van de woonmarkt en creëert het nodige draagvlak binnen de gemeenschap, bv. voor nieuwe projecten. Overbodige, zware overlegstructuren worden uiteraard vermeden en de administratie beperkt.
  • Wonen staat niet op zich maar raakt aan verschillende andere aspecten van het beleid (welzijn, onderwijs, vrije tijd,…). Het lokaal woonbeleid vertoont dan ook een logische samenhang met de andere gemeentelijke bevoegdheden alsook met de gemeentelijke begroting.
  • Binnen het gemeentebestuur is de huisvestingsambtenaar /-dienst verantwoordelijk voor de coördinatie van het gemeentelijk beleid. Deze opdracht gaat verder dan louter informatieve dienstverlening.
  • Kleinere gemeenten kampen vaak met een tekort aan middelen en expertise om een eigen woonbeleid te ontwikkelen. Wanneer de schaalgrootte en lokale context dit vereisen, kan een intergemeentelijke samenwerking een volwaardig en hedendaags woonbeleid mogelijk maken.
     

BETAALBAAR WONEN, OOK IN EIGEN STREEK

  • Het woonaanbod stemmen we zoveel mogelijk af op de vraag. Om tegemoet te komen aan de reële woonwensen en –behoeften van (toekomstige) bewoners maken we werk van meer verscheidenheid in het woonaanbod. We zetten in op grondgebonden woningen en kwaliteitsvolle appartementen voor een- en tweeverdieners, (actieve en hulpbehoevende) senioren, enz. Het aanbod eengezinswoningen houden we op peil.
  • Om het aanbod op peil en de woningprijzen betaalbaar te houden, is het aansnijden van nieuwe woongebieden onvermijdelijk. Dit gebeurt steeds op een doordachte manier met de nodige aandacht voor een efficiënte verkeersafwikkeling, voldoende parkeerplaatsen, groene en open ruimte, enz. Bij verkavelingsprojecten streven we naar een evenwichtige spreiding van verschillende perceelgroottes om tot een optimale sociale mix te komen.
  • Via kleinschalige inbreidingsprojecten zorgen we op een efficiënte en zuinige manier voor bijkomende woonruimte.
  • Een lokaal toewijzingsreglement geeft kandidaat-huurders die een band hebben met de gemeente (wonen, werken of kinderen die schoollopen in de gemeente) voorrang bij de toewijzing van een sociale woning. Zo houden we maximaal rekening met de lokale situatie en geven we hen die het financieel of sociaaleconomisch moeilijker hebben, de kans om in eigen gemeente te blijven wonen.
  • De inburgerings- en taalbereidheidsvoorwaarde bij sociale huisvesting wordt consequent toegepast en nageleefd. Inburgering is immers een belangrijkste opstap naar succesvolle integratie. Voldoende kennis van het Nederlands blijft een noodzakelijke voorwaarde om actief te kunnen deelnemen aan de samenleving.
  • Betaalbaar wonen is een recht voor iedereen. Een gericht doelgroepenbeleid (bv. ten aanzien van ouderen, mensen met een handicap, …) komt tegemoet aan een specifieke woonbehoefte en wordt ook steeds goed gemotiveerd.
     

DIENSTVERLENING

  • Kandidaat-inwoners, huurders, mensen met bouwplannen, ... kunnen op het gemeentehuis terecht met hun vragen rond wonen in Anzegem. De gemeentelijke dienstverlening is klantgericht, laagdrempelig en vertrekt vanuit het éénloketprincipe. Op de gemeentelijke webstek kunnen inwoners terecht op het digitaal loket.
  • De woonwinkel helpt de bewoner om zijn of haar woonsituatie in kaart te brengen en informeert en adviseert over de verschillende mogelijkheden om de concrete situatie van de bewoner te verbeteren. Dit kan gaan van woonbegeleiding, huurbemiddeling, tot de zoektocht naar een nieuwe woning. Indien nodig verwijst de woonwinkel door naar de bevoegde instanties of organisaties. Ook woonkwaliteit, energiebesparing en duurzaam wonen komen aan bod. De woonwinkel is dus niet alleen een centraal infopunt maar helpt burgers ook op weg. De woonwinkel kan best bestaan uit een lokale samenwerking van verschillende organisaties en gemeentelijke diensten. Om in de nodige expertise te kunnen voorzien, is het voor Anzegem beter te opteren voor een intergemeentelijk samenwerkingsverband. De oprichting van nieuwe initiatieven mag echter geen excuus zijn voor een onnodige uitbreiding van de gemeentelijke administratie.
  • Naast specifieke vragen biedt de bevoegde dienst ook de nodige informatie over premiestelsels en gemeentelijke reglementen, woonkwaliteitsnormen, enz. 
  • Het woonloket streeft naar een optimale wisselwerking met de betrokken actoren -zowel gemeentelijke diensten (RO, Bevolking, OCMW...) als niet-gemeentelijke (SHM’s, SVK, immobiliën,…).
  • Om toekomstige kopers te behoeden voor onaangename verrassingen informeert het gemeentebestuur hen over belangrijke aspecten aangaande het pand of de bouwgrond die zij wensen te kopen.
     

WONINGKWALITEIT & LEEGSTAND

  • Gemeentelijke premiestelsels inzake woonkwaliteit komen tegemoet aan lokale woonnoden en zijn maximaal afgestemd op bestaande premie- en subsidiestelsels. Een tweede subsidie geven voor iets wat al ondersteuning krijgt (bv. van de Vlaamse overheid of de provincie) is geen goed bestuur. De N-VA kiest voor een verstandig en doordacht ondersteuningsbeleid en kant zich tegen elke vorm van oversubsidiëring.
  • Het lokaal woonbeleid respecteert de woonwensen van ouderen die langer in hun vertrouwde omgeving willen blijven wonen en heeft aandacht voor woonvormen die levenslang en toegankelijk wonen mogelijk maakt. Denken we aan kangoeroewonen, duplexwoningen, individueel wonen in groep en de zogenaamde ‘meegroeihuizen’ (woningen die met een minimum aan kosten kunnen worden aangepast). Sensibilisering en ondersteuning is niet enkel gericht naar oudere (ver)bouwers maar ook naar jongeren zodat zij hier reeds in een vroege fase op kunnen anticiperen.
  • Het gemeentebestuur zet alle instrumenten in waarover zij beschikt om de woonkwaliteit in de gemeente te bewaken en te verbeteren:
  • De burgemeester kan panden ongeschikt, onbewoonbaar en overbewoond verklaren. Hoewel dit een zeer effectieve maatregel is, gebeurt dit vandaag nog veel te weinig. Om snel tegemoet te komen aan de herhuisvestingsplicht, wordt best een woonreserve aangelegd voor dringende noden. Dossiers worden nauwgezet opgevolgd. Uiteindelijk kan ook wooninspectie worden ingeschakeld voor strafrechtelijke vervolging.
  • Conformiteitsattesten worden pas uitgereikt na een deskundige controle ter plaatse door de bevoegde ambtenaar of dienst.
  • Leegstand wordt in kaart gebracht. Een permanente inventaris geeft een overzicht van de leegstaande gebouwen en woningen in de gemeente. Eigenaars worden jaarlijks op hun verantwoordelijkheid gewezen. Een gemeentelijke leegstandsheffing brengt leegstaande panden opnieuw op de woningmarkt.
  • De reconversie van leegstaande kantoren, bedrijven, scholen, ... naar woonruimte wordt onderzocht. Het gemeentebestuur legt de nodige contacten en neemt de gepaste maatregelen om een geslaagde omschakeling mogelijk te maken.
  • Tijdelijke leegstand van gebouwen wordt bestreden: tijdelijke bewoning moet hier gestimuleerd worden om o.a. kraken en onveiligheid te voorkomen. Het Camelot- of Lancelot-systeem - waarbij mensen tijdelijk in leegstaande gebouwen wonen tegen zeer lage prijs en zo een oogje in het zeil houden - kan een goede oplossing zijn.
  • Woonregels worden gehandhaafd en wantoestanden aangepakt. Illegale (over) bewoning gaan we tegen. Dit handhavingsbeleid is een essentiële voorwaarde om met plezier te kunnen wonen in alle buurten van de gemeente.
     

WOONOMGEVING

  • Door te investeren in de woonomgeving en kernversterking maken we werk van fiere dorpskernen, aangename wijken en gezellige buurten. Investeringen in het openbaar domein, de juiste voorzieningen en een (verkeers)veilige en kindvriendelijke woonomgeving zorgen voor een aantrekkelijke buitenruimte en veilige, leefbare dorpskernen waar inwoners trots op zijn.
  • Het heeft geen enkele zin te investeren in wijk X terwijl in wijk Y de laatste buurtwinkel sluit en de laatste betrokken bewoner de deur achter zich sluit. Ingrepen in het openbaar domein moeten daarom ook steeds afgestemd worden op het aspect wonen.
  • Een propere, goed onderhouden openbare ruimte zorgt dat mensen zich thuis voelen in hun buurt. Dat betekent goed onderhouden parken en pleintjes, geen afval op straat, snel herstellen van defecte zitbanken, aantrekkelijke speeltuigen, werken worden opgeruimd. Het schoon houden van het openbaar domein is niet alleen een taak van de gemeente. Inwoners, bedrijven en bezoekers hebben hier ook een verantwoordelijkheid. Tegen vervuilers en vernielers treden we strenger op.
  • Op basis van wijkoverleg tussen bewoners en gemeentelijke diensten wordt een wijkplan ter goedkeuring voorgelegd aan het schepencollege. Het wijkoverleg is een plaats en moment waar burgers met elkaar en met de gemeente in contact komen. Bewoners en gemeentebestuur delen een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Het wijkplan omvat wederzijdse engagementen tussen overheid en bewoners.
  • Wijkoverlast wordt actief bestreden. Verschillende instrumenten kunnen worden ingezet: van opvoedingsondersteuning, welzijnswerk tot straatverbod. Politie pakt amokmakers die de boel verzieken kordaat aan. Handhaving waar regels worden overtreden.
  • Wijkbewoners vinden vaak de drempel te hoog om naar de gemeentelijke diensten te gaan. Daarom speelt naast deze rigide structuren het buurtwerk een belangrijke rol. De wijkpolitie vormt een belangrijke actor. Zij zijn heel aanwezig en hebben een goede kennis van het reilen en zeilen binnen de wijk. Verder zijn er nog tal van verenigingen op sociaal vlak (buurt- en nabijheidsdiensten, sociale diensten,…) die een rol spelen in het versterken van het sociaal weefsel.
     

SOCIALE HUISVESTING

  • De N-VA wil meer inzetten op koopwoningen en kavels. Investeren in een eigen woning blijft de verstandigste verzekering voor de toekomst; het bezitten van een eigen woning is immers de belangrijkste drempel tegen armoede 
  • Sociale verhuurkantoren (SVK) zijn een efficiënte manier om op een snelle en goedkope manier in goede, betaalbare woningen te voorzien. Het gemeentebestuur maakt werk van de oprichting van of samenwerking met een SVK. Eigenaars worden aangemoedigd om aan een SVK te verhuren.
  • Veeleer dan een uitbreiding van het sociaal huuraanbod zetten we in op de renovatie van het bestaand patrimonium. Dit doen we met het oog op een verhoging van de leefkwaliteit en meer energiebesparingen. Immers, energiezuinige investeringen en renovatie dringen de huurlasten terug. In dit kader streven we ook naar zoveel mogelijke aparte bemetering van gas, elektriciteit en water.
  • Een sociale woning krijgt men steeds toegewezen onder voorwaarden. Bij inschrijving op een wachtlijst mag men geen eigendom (in binnen- of buitenland) bezitten, moet men Nederlands willen leren, ... Wanneer men een sociale woning inneemt worden deze voorwaarden strikt gecontroleerd op naleving en evolutie.. De SHM’s zorgen in samenwerking met de Huizen van het Nederlands voor aangepaste taalcursussen die gericht zijn op het dagelijks leven. Ook domiciliefraude wordt niet getolereerd. Enkel door het strikt naleven van de voorwaarden kunnen we spreken van een rechtvaardige toewijzing.